Ziekte van Parkinson-Diepe hersenstimulatie

In nauwe samenwerking met dr. Chris van der Linden, neuroloog, gespecialiseerd in bewegingsstoornissen. (Tel. 0032 (0)9 224 65 28)


Het Centrum voor Bewegingsstoornissen werd opgericht in 1998 toen dr. Chris van der Linden, die zijn opleiding genoot in de Verenigde Staten aan de University of Texas en aan The Baylor College of Medicine en vervolgens werkzaam was aan het Universitair Hospitaal van Gent, zich vestigde in het AZ St. Lucas. Het programma voor diepe hersenstimulatie (DBS) vond plaats in samenwerking met dr. Henry Colle, dienst Neurochirurgie. Intussen werd DBS uitgevoerd bij meer dan 400 patiënten met verschillende bewegingsstoornissen.
In de meerderheid van de patiënten met bewegingsstoornissen volstaat een medicamenteuze en kinesitherapeutische behandeling.
Slechts een beperkt gedeelte van patiënten met bewegingsstoornissen komt in aanmerking voor diepe hersenstimulatie.

Diepe hersenstimulatie is een omkeerbare ingreep die wordt uitgevoerd bij de ziekte van Parkinson, essentiële tremor, dystonie en het syndroom van Gilles de la Tourette. Het doel van de behandeling is om de functionele mogelijkheden en de dagelijkse routine activiteiten van deze patiënten te verbeteren.
Hierbij worden elektrische signalen tot stand gebracht in specifieke hersenkernen die leiden tot een blokkering van de signalen die verantwoordelijk zijn voor de motorische klachten.

Afhankelijk van het type van de bewegingsstoornis wordt een elektrode in een specifieke hersenkern geplaatst.
Op de dag van operatie wordt er een metalen kader op het hoofd van de patiënt bevestigd na toediening van plaatselijke verdoving. Vervolgens wordt er een CT-scan verricht welke gefusioneerd wordt met een preoperatief verrichte MRI-scan. Daarna worden de coördinaten van de te stimuleren hersenkernen tov het kader bepaald.
De implantatie van de elektroden gebeurt meestal onder lokale verdoving. Gezien de schedel en de hersenen ongevoelig zijn, dient enkel de huid verdoofd te worden. Tijdens het verrichten van de proefstimulatie worden de effecten uitvoerig onderzocht door de neuroloog. Op deze wijze kan de definitieve positionering eventueel nog bijgestuurd worden. Tevens worden signalen gemeten vanuit de hersenen. De kernen geven specifieke signalen, die de plaatsbepaling van de elektrode in de kern nog verder kunnen verfijnen.
Tijdens het tweede deel van de ingreep worden de elektroden onder algemene anesthesie via een onderhuidse verbindingskabel verbonden met een neuropacemaker, die ter hoogte van de buik of de borst geïmplanteerd wordt.
Postoperatief wordt de neuropacemaker gedurende de verdere opname optimaal afgesteld door de neuroloog.

De belangrijkste complicaties zijn bloeding en infectie. Gelukkig verloopt een bloeding bij diepe hersenstimulatie in de meerderheid van de gevallen symptoomloos. In geval van een ernstige infectie dient het materiaal verwijderd te worden.
Stemmingsstoornissen en depressie zijn stimulatiegerelateerde complicaties die meestal slechts tijdelijk zijn en beperkt kunnen worden door aanpassing van de stimulatieparameters.

Na een jarenlange ervaring (meer dan 400 DBS operaties) is diepe hersenstimulatie bij bewegingsstoornissen uitgegroeid tot een speerpunt van onze dienst. Het Centrum voor Bewegingsstoornissen van het AZ St. Lucasziekenhuis te Gent is uitgegroeid tot een belangrijk referentiecentrum voor patiënten met bewegingsstoornissen in ons land en daarbuiten mede dankzij een nauwe samenwerking tussen de verschillende afdelingen met name neurologie, neurochirurgie , verpleging, neuropsychologie , fysiotherapie en neuroradiologie.